Wat onze moderne leefstijl doet met kinderogen (en de beste behandeling van bijziendheid)

De cijfers op de deuren van de behandelkamers zijn enorm. Om ons heen zitten vooral mensen met grijze haren. De korte beentjes van mijn zoontje wiebelen in de lucht. Nerveus kijkt hij naar me op. ‘Moet ik straks weer naar het rode boerderijtje kijken?’ vraagt hij. Want bij dit oogonderzoek, die skiascopie wordt genoemd, krijgt hij oogdruppels toegediend die flink prikken en hem de rest van de dag extreem gevoelig maken voor licht. Ik zeg hem dat ik het niet weet, dat we moeten kijken hoe de controle bij de orthoptist verloopt, maar dat hij in dat geval de rest van de dag niet meer naar school hoeft.

Mijn zoontje is 8 jaar oud en licht bijziend. Bijziendheid (ofwel myopie) is een afwijking van de lichtbreking in het oog, waardoor je dichtbijgelegen voorwerpen scherp ziet, maar verafgelegen voorwerpen niet. Vandaar ook de naam (dicht)bijziendheid. Toen hij vier jaar was keken mijn man en ik met lede ogen toe hoe zijn fijne gezichtje verdween achter een dikgerande bril, want op zijn leeftijd moet het montuur immers stevig zijn, terwijl we ons naarstig afvroegen wat zijn slechte zicht veroorzaakt had, wat de risico’s hiervan zijn, en vooral: wat we eraan kunnen doen.

bijziendheid kind behandeling

Van bolvormig naar langwerpig
Normaal projecteert een oog de binnenvallende lichtstralen via hoornvlies en lens netjes op één punt van het netvlies, dat achterin het oog ligt. Een bijziend oog projecteert de lichtstralen echter vóór het netvlies.

Er zijn twee mogelijke oorzaken voor deze afwijking. De eerste is een te bolle ooglens, waardoor de lichtstralen teveel gebroken worden om de afstand tot het netvlies te kunnen overbruggen (brekingsmyopie). Deze vorm van bijziendheid is echter zeldzaam. Veruit de meest voorkomende oorzaak van bijziendheid is een te lang oog, waardoor de afstand tussen het hoornvlies aan de voorkant en het netvlies aan de achterkant, te groot is (as-myopie). In plaats van bol, is een bijziend oog langwerpig.

Bron: Oogfonds

Bron: Oogfonds

De drie belangrijkste oorzaken voor het ontstaan van bijziendheid bij kinderen
Kinderen worden verziend geboren: ze zien dichtbij minder goed dan veraf. Pas vanaf een jaar of zes zijn ze normaalziend. Bijziendheid ontstaat veelal in de jeugd, wanneer de ogen nog volop in ontwikkeling zijn.

In tegenstelling tot andere organen, wordt de groei van het oog sterk beïnvloed door externe prikkels, namelijk door wat het waarneemt. Uit dierstudies is gebleken, dat wanneer gezonde ogen langdurig een lens met een bepaalde sterkte voorgehouden krijgen waardoor beelden vóór of áchter het netvlies belanden, de ooggroei zich daar automatisch aan aanpast.

Zo lijkt het bij mensen ook te werken. Want hoewel je genen zeker een rol spelen bij het ontstaan van (met name aangeboren) bijziendheid, is er steeds meer bewijs dat vooral leefstijlfactoren van invloed zijn, namelijk de aard van het huidige dichtbijwerk en de verminderde lichtomstandigheden waarin we dit dichtbijwerk uitvoeren (Wallman & Winawer, 2004).

Het dichtbijwerk dat mensen al eeuwenlang hebben uitgevoerd, zoals kluswerk en huishoudelijk werk, heeft onze ogen altijd genoeg ruimte gegeven om tussendoor af te dwalen naar omliggende objecten. Hedendaags dichtbijwerk, zoals lezen, schrijven en het doen van spelletjes of kijken van filmpjes op een tablet of telefoonscherm, behoeft een scherpe focus die leidt tot turen. Daarbij verrichten we ons huidige dichtbijwerk (en veel andere activiteiten!) in verslechterde lichtomstandigheden, namelijk binnenshuis. Waar zonlicht een gunstig effect heeft op de ontwikkeling van het netvlies, heeft kunstmatig lamplicht dit niet.

Het exacte mechanisme achter het ontstaan van bijziendheid is nog onduidelijk, maar voor het eindresultaat doet dit er niet toe: verricht als kind veel en vaak dichtbijwerk binnenshuis, en je hebt het ideale recept voor misvormde ogen.

kind tablet bijziendheid

Eenmaal bijziend, altijd bijziend
Bijziendheid is de snelst toenemende oogafwijking ter wereld. Waar anno 2000 ‘slechts’ 22,9% van de wereldpopulatie kampte met bijziendheid, was dit percentage in 2010 al gestegen tot 28.3%, en er wordt geschat dat in 2050 bijna de helft! (49.8%) van alle mensen bijziend zal zijn. Om deze reden spreken wetenschappers ook wel van een epidemie aan bijziendheid, een term die mij momenteel lachwekkend in de oren klinkt op het moment dat ik dit artikel schrijf, aangezien het coronavirus een aantal dagen geleden Nederland binnen is gedrongen, met alle gevolgen van dien.

In tegenstelling tot het zo gevreesde Covid-19, is bijziendheid niet dodelijk, niet besmettelijk en ontwikkelt het zich veelal over een periode van jaren. Aan de andere kant: bijziendheid is een oogafwijking, geen oogziekte die je kunt genezen. Is een kind eenmaal bijziend, dan zal het (uitgaande van de huidige medische mogelijkheden) voor altijd bijziend blijven. En er is meer slecht nieuws, want bijziendheid die ontstaat in de jeugd is veelal progressief van aard. Dit houdt in dat een kind dat eenmaal bijziend is, mettertijd steeds bijziender zal worden (Holden et al., 2016; Morgan et al., 2018).


Gerelateerd: Geen mooi figuur zonder goede houding – het gevaar van tabletnekken, gameboyruggen en smartphonegezichten


Van bril tot blindheid
Het is maar de vraag hoe serieus ouders de (potentiële) bijziendheid van hun kinderen nemen. Een Ierse studie onder ouders van kinderen tussen de 8 en 13 jaar, toonde aan dat zij een behoorlijk nonchalante houding hadden als het gaat om de gezondheidsrisico’s van bijziendheid bij hun kinderen (McCrann et al., 2018).

En eerlijk is eerlijk: de eerste vier jaar dat mijn zoontje bijziend was, heb ik de ernst ervan ook niet zo begrepen.

Hoewel het slechtere zicht dat veroorzaakt wordt door bijziendheid gecorrigeerd kan worden met een laserbehandeling (waarbij het hoornvlies wordt uitgehold) of door bril of een contactlenzen te dragen, zal dit de bijziendheid niet af kunnen remmen. Naarmate het oog langer en dunner wordt, wordt het en kwetsbaarder voor een scala aan oogaandoeningen. Zo vergroot hoge bijziendheid het risico op beschadiging van de oogzenuw (glaucoom), vertroebeling van de ooglens (staar), verdunning van het netvlies (maculadegeneratie), netvliesbloeding (subretinale neovascularisatie), netvliesloslating en blindheid (Saw et al., 2005).

Zo voorkom je bijziendheid bij je kinderen
Waar het beschermende effect van buitenactiviteiten precies aan te danken is (verhoogde blootstelling aan zonlicht, vaker verder weg kunnen kijken, minder tijd om dichtbijwerk te doen of een combinatie van al deze factoren), is onduidelijk. Wel staat vast dat hoe meer tijd kinderen buiten doorbrengen, des te kleiner de kans is dat zij bijziendheid ontwikkelen (Xiong et al., 2017). Desondanks spelen Nederlandse kinderen nog amper buiten. Zo toonde het Buitenspelen Onderzoek 2018 van Jantje Beton dat drie op de tien kinderen maar één keer in de week buiten spelen, of zelfs helemaal nooit.

Voor kinderen en jongeren tot in ieder geval 20 jaar (de periode waarin ogen volop in de groei zijn) adviseert Het Oogfonds de 20-20-2-regel: laat je kind na 20 minuten dichtbij kijken (bijvoorbeeld op telefoon of tablet) 20 seconden ver weg kijken en zorg ervoor dat je kind elke dag minstens 2 uur overdag buiten is. Dit laatste is inclusief pauzes en bijvoorbeeld wandelen of fietsen van en naar school of werk.

kind buiten spelen voorkomen bijziendheid


Gerelateerd:


Myopie-therapie
Myopie-therapie, oftewel het geheel aan interventies die bijziendheid afremmen, staat jammer genoeg nog in de kinderschoenen. Mede hierdoor is er niet één enkele behandelmethode die door alle oogartsen onderschreven wordt (Prousali, et al., 2019).

Daarbij wordt tegenwoordig ook over bijziendheid door Jan en alleman advies gegeven op internet, waarvan sommige adviezen bewezen onzinnig zijn. Wat werkt wel – en wat werkt niet?

Gedragsinterventies
De 20-20-2-regel wordt aangeraden voor alle kinderen tot 20 jaar. Desondanks is het onduidelijk of buitentijd progressie van bestaande bijziendheid nog kan vertragen.

Omstreden is de theorie uit 1920 van oogarts William Bates aanhangen, namelijk dat je (progressie van) bijziendheid op natuurlijke wijze zou kunnen verminderen door je oogspieren op een bepaalde manier te trainen (Bates, 1920). Het oog focust zich echter niet met behulp van de uitwendige oogspieren, maar met de inwendige scherpstelspieren van de lens. Daarbij is al bestaande bijziendheid – ik zeg het nog maar eens – onomkeerbaar. Desondanks staat YouTube vol met oogtrainingsfilmpjes van zelfbenoemde deskundigen die beweren dat je je ogen zo kunt trainen, dat je geen bril meer nodig hebt. Verwacht hier alsjeblieft niets van.

Farmacologische interventies
Verschillende stoffen zijn onderzocht op hun potentie de voortschrijdende bijziendheid bij kinderen af te remmen door de inwendige scherpstelspieren van het oog te ontspannen. Over het resultaat hiervan kan ik kort zijn: atropinedruppels (oogdruppels met atropinesulfaat) zijn veruit het meest effectief (Walline et al., 2020).

atropine kind bijziendheid

Atropinedruppels zijn de druppels die mijn zoontje in zijn oog krijgt voordat er een skiascopie wordt uitgevoerd. Reden dat hij hier tegenop ziet is, omdat scherpstelspierontspannende stoffen zoals atropine een vervelende bijwerking heeft, met name in hogere concentraties, en dat is pupilverwijding.

Verwijde pupillen maken dichtbij zien moeilijk en de ogen extreem gevoelig voor licht, waardoor schoolwerk een helse opgave wordt en (zon)licht pijn doet. Gevolg: tranende ogen, hoofdpijn, vermoeidheid en een hoop frustratie. Daar komt nog bij dat de pupilverwijding duidelijk zichtbaar is, waardoor sommige kinderen in de klas zeggen dat hij ‘rare ogen’ heeft. Dit is geen kenmerk waar hij graag mee geassocieerd wordt en zal vast erger worden als hij in de puberteit komt, aangezien pupilverwijding wordt beschouwd als teken van seksuele opwinding (Rieger et al., 2015).

Maar zover zijn we nog lang niet en waarschijnlijk kan tegen die tijd de concentratie worden verminderd: een concentratie van 0,01% lijkt de beste balans te bieden tussen het afremmen van bijziendheid en de beperking van pupilverwijding.  Bovendien verzekerde de orthoptist ons dat beginnend onderzoek van de Erasmus Universiteit uitwees dat er bij veel kinderen sprake is van gewenning. Dus we gaan ons zoontje een maand lang elke avond atropinedruppels geven en kijken wat het effect hiervan is.

Op de vraag hoe lang het effect aanhoudt nadat de behandeling met atropinedruppels gestaakt wordt, heeft de wetenschap nog geen antwoord. Wel is bekend dat voortijdig stoppen met de behandeling het risico geeft op een reboundeffect: het alsnog snel toenemen van de bijziendheid als voortijdig, hoewel deze groei altijd nog minder is dan wanneer er helemaal geen atropinebehandeling had plaatsgevonden. Ook hierbij voor lijkt te gelden dat een redelijk lage dosis van 0,01% een kleiner risico geeft op een reboundeffect dan een hogere dosis (Vagge et al., 2018; Zhao et al., 2019). Voor het gemak gaan wij er maar vanuit dat de behandeling optimaal zal zijn wanneer hiermee wordt doorgegaan tot het oog is uitgegroeid, dus tot zijn 25e levensjaar.

 bril bijziendheid behandeling

Optische interventies
Met behulp van een min-bril of -contactlenzen kan de afwijking in het zicht gecorrigeerd worden die samen gaat met bijziendheid, waardoor gedurende het dragen scherp kan worden gezien. Waar het overcorrigeren van de ogen geen enkel voordeel biedt, suggereert het merendeel van het onderzoek dat ondercorrectie de bijziendheid juist verergert (wat ook weer eens de Bates-methode ontkracht) (Logan & Wolffsohn, 2020; Walline et al., 2020)10.

Er is enig bewijs dat het dragen van multifocale bril- of contactlenzen (die het zicht zowel van dichtbij als veraf ondersteunen) de progressie van bijziendheid meer vertraagt  dan reguliere lenzen, vooral als het dragen hiervan gebeurd in combinatie met atropinedruppels.

Het dragen van harde zuurstofdoorlaatbare contactlenzen (RGP’s), bedoeld om als ‘spalken’ het voorste deel van het oog te versterken, heeft geen bewezen effect op de bijziende ooggroei.

Recent ontwikkelde lenzen die een substantieel remmend effect hebben op toenemende bijziendheid, zijn de zogenaamde orthokeratologielenzen (Ortho-K). Deze vormstabiele lenzen, die alléén ’s nachts hoeven te worden gedragen, veranderen terwijl je slaapt het hoornvlies van vorm, zodat niet alleen de bijziendheid wordt afgeremd, maar tevens de min-sterkte tijdelijk wordt gecorrigeerd. Hierdoor zijn overdag vaak geen brillenglazen of contactlenzen meer nodig (Walline et al., 2020). Ortho-K-lenzen geven echter wisselende resultaten (een remming van 32-63%) en het gevaar een ooginfectie te ontwikkelen als de hygiëneregels niet in acht worden genomen (Hiraoka et al., 2018; Ang & Wong, 2020). De enige beschikbare vergelijkende studie tussen Ortho-K lenzen en atropinedruppels, toont aan dat beide behandelingen goede resultaten geven, maar de atropine net iets effectiever. Wat het beste werkt zal waarschijnlijk van persoon tot persoon verschillen (Lin et al., 2014; Rieger et al., 2015).

Hieronder een filmpje van Procornea Nederland over de werking van hun Ortho-K lenzen.

Zodra de coronagolf voorbij en overleefd is, gaan we proberen of de Ortho-K voor hem een optie zijn ter aanvulling of vervanging van de atropinedruppels.

Hoe eerder je erbij bent, des te beter!
Feit dat genezing van bijziendheid onmogelijk is, maakt preventie extra belangrijk. Help je kinderen zich zoveel mogelijk aan de 20-20-2-regel te houden. ‘Kinderen moeten echt naar buiten’, zei woordvoerder van het Oogfonds Laura Raimondo twee jaar geleden zo treffend in een interview met RTL Nieuws. ‘Ze hebben die twee uur daglicht nodig voor een gezonde ontwikkeling van de ogen’.

Tot kinderen 4 jaar oud zijn, controleert het consultatiebureau hun ogen. Daarna worden kinderen niet meer standaard gecontroleerd, terwijl de basisschoolleeftijd bij uitstek de leeftijdsfase is waarin bijziendheid zich ontwikkeld. Wacht niet tot je kind dermate slecht ziet dat hij of zij gaat klagen over gespannen ogen, vermoeidheid, hoofdpijn of wazig zicht.

Laat in plaats daarvan de ogen van je kind aan het begin van elk schooljaar controleren bij een opticien; hiervoor kun je vaak gratis een afspraak maken. Of doe met je kind de online Oogtest op de website van het Oogfonds. Dit kost je slechts 3 minuten.

Heb jij al ervaring met behandeling van bijziendheid en denk je dat deze waardevol zou kunnen zijn voor andere lezers? Laat dan a.u.b. een reactie achter!


Bronnenlijst

Ang, M. & Wong, T. Y. (Eds). (2020). Updates on Myopia: A Clinical Perspective (p. 294). Springer Open.

Bates, W. (1920). The Cure of Imperfect Sight by Treatment without Glasses. New York City: Central Fixation Publishing Co.

Hiraoka, T., Sekine, Y., Okamoto, F., Mihashi, T., & Oshika, T. (2018). Safety and efficacy following 10‐years of overnight orthokeratology for myopia control. Ophthalmic and Physiological Optics, 38(3), 281-289.

Holden, B. A., Fricke, T. R., Wilson, D. A., Jong, M., Naidoo, K. S., Sankaridurg, P., … & Resnikoff, S. (2016). Global prevalence of myopia and high myopia and temporal trends from 2000 through 2050. Ophthalmology, 123(5), 1036-1042.

Lin, H. J., Wan, L., Tsai, F. J., Tsai, Y. Y., Chen, L. A., Tsai, A. L., & Huang, Y. C. (2014). Overnight orthokeratology is comparable with atropine in controlling myopia. BMC ophthalmology, 14(1), 40.

Logan, N. S., & Wolffsohn, J. S. (2020). Role of un‐correction, under‐correction and over‐correction of myopia as a strategy for slowing myopic progression. Clinical and Experimental Optometry, 103(2):133-137.

McCrann, S., Flitcroft, I., Lalor, K., Butler, J., Bush, A., & Loughman, J. (2018). Parental attitudes to myopia: a key agent of change for myopia control?. Ophthalmic and Physiological Optics, 38(3), 298-308.

Morgan, I. G., French, A. N., Ashby, R. S., Guo, X., Ding, X., He, M., & Rose, K. A. (2018). The epidemics of myopia: aetiology and prevention. Progress in retinal and eye research, 62, 134-149.

Online Oogtest Oogfonds. https://oogfonds.nl/doe-de-online-oogtest/

Oogfonds (2010). Myopie. Opgehaald op 18 maart 2020 van https://oogfonds.nl/projecten-nieuws/gezonde-kinderogen/myopie/

Prousali, E., Haidich, A. B., Fontalis, A., Ziakas, N., Brazitikos, P., & Mataftsi, A. (2019). Efficacy and safety of interventions to control myopia progression in children: an overview of systematic reviews and meta-analyses. BMC Ophthalmology, 19(1), 106.

Rieger, G., Cash, B. M., Merrill, S. M., Jones-Rounds, J., Dharmavaram, S. M., & Savin-Williams, R. C. (2015). Sexual arousal: The correspondence of eyes and genitals. Biological Psychology, 104, 56-64.

RTL Nieuws (2018). Je kind bijziend door tablet en smartphone? Zo voorkom je dat. Opgehaald op 25 maart 2020 van https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/nederland/artikel/4222251/je-kind-bijziend-door-tablet-en-smartphone-zo-voorkom-je-dat

Saw, S. M., Gazzard, G., Shih‐Yen, E. C., & Chua, W. H. (2005). Myopia and associated pathological complications. Ophthalmic and Physiological Optics, 25(5), 381-391.

Vagge, A., Ferro Desideri, L., Nucci, P., Serafino, M., Giannaccare, G., & Traverso, C. E. (2018). Prevention of progression in myopia: a systematic review. Diseases, 6(4), 92.

Walline, J. J., Lindsley, K. B., Vedula, S. S., Cotter, S. A., Mutti, D. O., Ng, S. M., & Twelker, J. D. (2020). Interventions to slow progression of myopia in children. Cochrane Database of Systematic Reviews, (1):CD004916.

Wallman, J., & Winawer, J. (2004). Homeostasis of eye growth and the question of myopia. Neuron, 43(4), 447-468.

Xiong, S., Sankaridurg, P., Naduvilath, T., Zang, J., Zou, H., Zhu, J., … & Xu, X. (2017). Time spent in outdoor activities in relation to myopia prevention and control: a meta‐analysis and systematic review. Acta Ophthalmologica, 95(6), 551-566.

Zhao, Y., Feng, K., Liu, R. B., Pan, J. H., Zhang, L. L., Xu, Z. P., & Lu, X. J. (2019). Atropine 0.01% eye drops slow myopia progression: a systematic review and meta-analysis. International Journal of Ophthalmology, 12(8), 1337.

Deel dit via:
Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail
Geplaatst in Schoonheid en Gezondheid Getagd met
Een reactie op “Wat onze moderne leefstijl doet met kinderogen (en de beste behandeling van bijziendheid)
  1. Jan Dijkstra schreef:

    Ik vind het een zeer informatief artikel over bijziendheid. Het is waar dat dit pas enige tijd na de geboorte bij kinderen optreedt, omdat zij met slecht zicht worden geboren. Wij merkten deze stoornis ook bij ons kind, dus kreeg hij een bril van de opticien in de buurt.

Laat een reactie achter op Jan Dijkstra Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*