Behulpzame bacterie versus vijandig virus. Wat maakt een micro-organisme tot een ziekteverwekker?

wat-maakt-een-micro-organisme-tot-een-ziekteverwekker


Op onze planeet leven enorm veel soorten microwezens. Slechts een heel klein deel hiervan is in staat om andere organismen ziek te maken. Hiervan hebben weer zo’n 1.400 soorten de potentie om mensen ziek te maken (Nature Editorial, 2011).

Het verschil tussen de meer onschuldige en soms zelfs zeer behulpzame microwezens en de ziekmakende en soms zelfs dodelijk varianten, ligt in de aard van het beestje.

De aard van het beestje
De microwezens die in staat zijn andere organismen ziek te maken, worden pathogenen (letterlijk vertaald: ziekteverwekkers) genoemd. Alle pathogenen houden zich in stand en vermenigvuldigen zich ten koste van een ander organisme. Pathogenen verschillen echter nogal in de mate waarin zij schadelijk kunnen zijn voor hun gastheer.

Waar parasieten zich in stand houden en vermenigvuldigen ten koste van hun gastheer, doen parasitoïden dit op dermate agressieve wijze dat hun gastheer overlijdt wanneer hij niet in staat is ze te vernietigen. Er is dan ook een wereld van verschil tussen de relatief onschuldige pathogenen en de ‘micromonsters’ die verantwoordelijk zijn voor het veroorzaken van besmettelijke en dodelijke infectieziekten.

Het verschil zit ‘m in het feit dat parasitoïden invasief van aard zijn. Dit houdt in, dat parasitoïden bij voorkeur verblijven en zich vermenigvuldigen ten koste van levende lichaamscellen. In plaats van zich te huisvesten op ons lichaamsoppervlak (onze huid of in de slijmvliezen van onze lichaamsholten), dringen zij door tot in ons bloed of onze weefsels.

Slaagt een parasitoïde er eenmaal in ons lichaam binnen te dringen, dan is er sprake van besmetting. Heeft de parasitoïde dusdanig veel schade aangericht dat het normale functioneren van de gastheer verstoord is geraakt, dan (over)lijdt de gastheer aan de infectieziekte. De mate van schade die de parasitoïde zijn gastheer kan toebrengen, en dus ook zijn dodelijkheid, hangt grotendeels af van zijn ziekmakende vermogen (virulentie) en besmettingsdruk (het aantal pathogenen waarmee aangevallen kan worden) (Janeway et al., 2001; Verbrugh et al., 2011).

herpes-virus

Herpes virus. Bron: herpesaware.com

Hoe pathogenen zich onder ons verspreiden
Pathogenen hebben diverse strategieën om zichzelf en hun genetisch materiaal over te dragen op andere gastheren, wat methode van ziekte-overdracht of –transmissie wordt genoemd. In alle gevallen moet het pathogeen hiervoor de oorspronkelijke gastheer verlaten. Tenzij er sprake is van direct huid-op-huid contact, waarbij pathogenen van de ene op de andere gastheer worden ‘gewreven’, verspreiden pathogenen zich voornamelijk via lichaamsvloeistoffen zoals slijm, snot, bloed, sperma, moedermelk, urine en ontlasting. Met behulp van deze lichaamsvloeistoffen komen de pathogenen in de buitenwereld terecht en besmetten hiermee lucht, water, voedsel en allerlei voorwerpen waar ze mee in contact komen.

Sommige pathogenen maken bij hun ziekte-overdracht gebruik van vectoren: organismen die zelf niet ziek worden van de pathogenen maar ze wél kunnen overbrengen op gastheren, zoals muggen die malaria verspreiden en rattenvlooien die builenpest overdragen. Overigens worden besmettelijke en dodelijke ziektes die ontstaan onder mensen in eerste instantie vrijwel altijd in gang gezet door contact met een dier dat het microwezen bij zich draagt.

Potentiële gastheren die in contact komen met een besmette gastheer, besmette materie of vector, kunnen op hun beurt besmet raken en zelf de pathogenen gaan verspreiden.

Onderduikers
Naast de eerdergenoemde methoden, beschikken virussen nog over een laatste troef om zelfs in kerngezonde mensen een woonplek te creëren: ze doen alsof ze onschadelijk zijn.

Deze gluiperds verschansen zich in een klein hoekje van ons lichaam, en gedragen zich als toevallige voorbijgangers die niks geen kwaad in de zin hebben. Zouden ze gelijk hun ware aard laten zien, dan zou een gezond lichaam met een sterk immuunsysteem al snel korte metten met ze maken. In plaats daarvan, duiken ze onder – en wachten geduldig af tot hun tijd gekomen is. Deze overlevingsstrategie van bepaalde virussen, wordt een latente (slapende) infectie genoemd.

Zodra ons immuunsysteem verzwakt is, slaan deze virussen toe. Herpesvirussen komen uit een zenuwknoop en veroorzaken een koortslip, de ziekte van Pfeiffer, gordelroos of zelfs een ongewone vorm van kanker (Grinde, 2013).

Sommige retrovirussen (met als bekendste vertegenwoordiger het HIV-virus) gaan nog verder, door hun erfelijk materiaal in te bouwen in het DNA van hun gastheer. Deze virussen kunnen generatie op generatie doorgegeven worden, en zijn in principe in staat om zich eeuwenlang in een mensen lijf te verschuilen (Zack et al., 1990).


Bronnenlijst

Grinde, B. (2013). Herpesviruses: latency and reactivation-viral strategies and host response. Journal of oral microbiology, 5.

Janeway, C. A., Travers, P., Walport, M., & Shlomchik, M. J. (2001). Infectious agents and how they cause disease. In: Janeway, C. A., & Travers, P. (eds.). Immunobiology: The immune system in health and disease (5th ed.). New York: Garland.

Nature Editorial (2011). Microbiology by numbers. Nature Reviews Microbiology, 9(9): 628.

Verbrugh, H.A., Kroes, A.C.M. & Sauerwein, R.W. (2011). Micro-organismen, de mens en het ontstaan van infectieziekten: algemene principes (pp.13-72). In: Hoepelman, A.I.M., Kroes, A.C.M., Sauerwein, R.W. & Verbrugh, H.A. (red.), Microbiologie en infectieziekten.  Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Zack, J. A., Arrigo, S. J., Weitsman, S. R., Go, A. S., Haislip, A., & Chen, I. S. (1990). HIV-1 entry into quiescent primary lymphocytes: molecular analysis reveals a labile, latent viral structure. Cell, 61(2), 213-222.

Deel dit via:
Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail
Geplaatst in Schoonheid en Gezondheid Getagd met ,

Review mijn reviews

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*