De functie en werking van vitamine C in ons lichaam

Vitamine C (ascorbinezuur) is een wateroplosbare vitamine die al in de 17e eeuw ontdekt werd. De structuurformule is in 1932 achterhaald en een jaar later is deze gesynthetiseerd. Inmiddels is vitamine C het meest gebruikte vitaminesupplement ter wereld (Naidu, 2003).

Desondanks is er nog steeds veel onduidelijk over de exacte rol die vitamine C speelt bij ons lichamelijk functioneren en onze gezondheid (Carpenter, 2012; Michels & Frei, 2013).

Vitamine CSymptomen van vitamine C-tekort en scheurbuik
De meeste mensen zullen bij een gebrek aan vitamine C denken aan scheurbuik: een ziekte die zich voordoet als gevolg van een langdurig gebrek aan vitamine C.

Scheurbuik ontstaat omdat vitamine C noodzakelijk is voor de biosynthese van collageen, dat een essentiële component vormt van ons bindweefsel en cruciaal is voor een goede wondgenezing. Een tekort hieraan leidt tot bindweefselzwakte en kwetsbare bloedvaten, met als gevolg zwellingen, slechte wondgenezing, pijnlijke ledematen en (interne) bloedingen zodra de wanden van de bloedvaten het begeven (Lind, 1753; Ross & Benditt, 1962; Vilter, 1967).

Eerste symptomen van een gebrek aan vitamine C, zijn:

  • gewichtsverlies;
  • slapeloosheid;
  • vermoeidheid/energiegebrek;
  • gevoelig of gezwollen tandvlees;
  • tandvleesbloedingen;
  • slechte wondgenezing;
  • snel blauwe plekken krijgen;
  • gewrichtsklachten.

Let op: de lijst van symptomen bij een vitaminetekort is bij elke vitamine indrukwekkend en redelijk algemeen, zodat in feite iedereen zich aangesproken kan voelen. Vermoed je een vitaminetekort, laat dit dan testen door een arts.

Het belang van vitamine C in onze voeding
Scheurbuik kwam met name voor onder zeelieden die omstreeks 1500 lange ontdekkingsreizen met zeilschepen maakten en een ernstig gebrek aan vitamine C-rijke voeding hadden (Carpenter, 1988). Scheurbuik ontstaat bij mensen die een zeer vitamine C-arm voedingspatroon hebben of bij een gebrek aan voeding in het algemeen, zoals hongersnood (Hirschmann & Raugi, 1999).

In tegenstelling tot vele andere dieren, zijn wij mensen namelijk niet in staat om zelf onze vitamine C aan te maken uit glucose. Wij beschikken namelijk niet (meer) over het enzym dat daarvoor nodig is: L-gulonolactone oxidase (Nishikimi & Yagi, 1991).

Hierdoor zijn wij wat betreft onze vitamine C-voorziening volledig afhankelijk van onze voeding, met name groenten en vruchten. Voedingsmiddelen die bijzonder rijk zijn aan vitamine C, zijn onder andere acerola (West-Indische kers), rozenbottel, guave, (rode) paprika, rode chilipeper, boerenkool, gekookte broccoli en citrusvruchten (bron).

Tegenwoordig wordt synthetische vitamine C ook toegevoegd aan voedingsmiddelen of is het verkrijgbaar als voedingssupplement. De chemische naam voor de natuurlijke vorm van vitamine C in eten en drinken is L-ascorbinezuur; het E-nummer van ascorbinezuur is E300.

Natuurlijke versus synthetische vitamine C
Natuurlijke vitamine C afkomstig uit planten en de synthetisch geproduceerde versie zijn chemisch gezien identiek. Er zijn ook geen verschillen bekend wat betreft hun biologische activiteit: ze hebben dezelfde uitwerking in ons lichaam (Pelletier & Keith, 1974; Gregory, 1993; Mangels et al., 1993; Carr & Vissers, 2013).

De optimale dagelijkse dosis aan vitamine C
De minimale hoeveelheid die een volwassene dagelijks aan vitamine C nodig heeft om scheurbuik te voorkomen is 10 mg per dag (Hodges et al., 1971).

De optimale hoeveelheid aan vitamine C is vooralsnog onbekend, en is deels afhankelijk van de leeftijd en gezondheidsstatus van een persoon. Voor een volwassen persoon die niet rookt, zwanger is of borstvoeding geeft, heeft de Gezondheidsraad de aanbevolen dagelijks hoeveelheid (ADH) eerst op 60 mg en momenteel op 70 mg gezet.

Bij consumptie van meer dan 1 gram per dag wordt nog maar de helft door het lichaam opgenomen, de rest wordt gewoon weer uitgeplast. De Gezondheidsraad heeft de maximale dosis aan vitamine C gesteld op 2000 mg per dag. Megadoses vitamine C kunnen maagdarmklachten veroorzaken (misselijkheid, gasvorming, buikkramp en diarree) (Jacob & Sotoudeh, 2002).

De invloed van vitamine C op de preventie, duur en ernst van verkoudheid
Het dagelijks consumeren van een supplement met 200 mg vitamine C (bovenop de gewone voeding) heeft voor een doorsnee persoon geen effect op de kans een verkoudheid op te lopen. Voor mensen die vrijwel dagelijks zware fysieke inspanningen leveren (zoals mensen die intensief sporten) lijkt dit wél zinvol te zijn: bij hen vermindert de dagelijkse inname van een supplement met 200 mg vitamine C het risico op een verkoudheid met de helft. Er zijn enige aanwijzingen dat de inname van vitamine C een bescheiden bijdrage zou kunnen leveren aan een verminderde duur van een verkoudheid (Hemilä & Chalker, 2013).

Vitamine C in de preventie van (overlijden aan) chronische ziekten
Er zijn diverse onderzoeken van goede kwaliteit (reviews en meta-analyses) waaruit blijkt dat de hoeveelheid vitamine C die men consumeert, gelinkt is aan (overlijden aan) diverse chronische ziekten zoals hart- en vaatziekten, beroerte en kanker (Bendich & Langseth, 1995; Weber et al., 1995; Carr & Frei, 1999; Chen et al., 2013; Harris et al., 2014). In bijna al deze publicaties wordt gepleit voor een hogere aanbevolen dagelijkse hoeveelheid aan vitamine C dan nu door de Gezondheidsraad is opgesteld.

Er zijn echter ook goede studies waaruit een dergelijke link niet blijkt. Hard bewijs voor een positieve invloed van een dagelijkse hoeveelheid aan vitamine C hoger dan wat nu is aanbevolen om (overlijden aan) chronische ziekten tegen te kunnen gaan, ontbreekt. Vooralsnog zijn er alleen aanwijzingen aangetoond en er is geen causaal verband gelegd tussen het innemen van extra vitamine C en de preventie van chronische ziekten (Jacob & Sotoudeh, 2002; Bjelakovic et al., 2012).

Inmiddels zijn er echter wél aanwijzingen, dat vitamine C een anticarcinogene (kankerbestrijdende) werking heeft wanneer het in een hoge dosis op intraveneuze wijze (middels injectie van de ader) wordt toegediend. Dit is de enige manier waarop het plasmaniveau aan vitamine C dermate verhoogd kan worden om een geneeskrachtige werking te hebben, aangezien de darmen maximaal 1000 mg aan vitamine C op kunnen nemen en een overschot gewoon wordt uitgeplast. Het wetenschappelijk bewijs beschikbaar voor de effectiviteit van deze behandeling is hoog en heeft geen schadelijke bijwerkingen, maar is nu nog beperkt. Vervolgonderzoeken zullen meer duidelijkheid moeten geven (Verrax & Calderon, 2008; Frits et al., 2014).

Naast een voedingsstof, is vitamine C ook een veelgebruikt cosmetica-ingrediënt. Hierover meer in het artikel ‘Het nut van vitamine C in je huidverzorging‘.


Bronnenlijst

Bendich, A., & Langseth, L. (1995). The health effects of vitamin C supplementation: a review. Journal of the American College of Nutrition, 14(2), 124-136.

Bjelakovic, G., Nikolova, D., Gluud, L. L., Simonetti, R. G., & Gluud, C. (2012). Antioxidant supplements for prevention of mortality in healthy participants and patients with various diseases. The Cochrane Library.

Carpenter, K. J. (1988). The history of scurvy and vitamin C. Cambridge University Press.

Carpenter, K. J. (2012). The discovery of vitamin C. Annals of Nutrition and Metabolism, 61(3), 259-264.

Carr, A. C., & Frei, B. (1999). Toward a new recommended dietary allowance for vitamin C based on antioxidant and health effects in humans. The American journal of clinical nutrition, 69(6), 1086-1107.

Carr, A. C., & Vissers, M. (2013). Synthetic or food-derived vitamin C—Are they equally bioavailable?. Nutrients, 5(11), 4284-4304.

Chen, G. C., Lu, D. B., Pang, Z., & Liu, Q. F. (2013). Vitamin C Intake, Circulating Vitamin C and Risk of Stroke: A Meta‐Analysis of Prospective Studies. Journal of the American Heart Association, 2(6), e000329.

Fritz, H., Flower, G., Weeks, L., Cooley, K., Callachan, M., McGowan, J., … & Seely, D. (2014). Intravenous Vitamin C and Cancer – A Systematic Review. Integrative cancer therapies, 1534735414534463.

Gregory, J. F. (1993). Ascorbic acid bioavailability in foods and supplements. Nutrition reviews, 51(10), 301-303.

Harris, H. R., Orsini, N., & Wolk, A. (2014). Vitamin C and survival among women with breast cancer: a meta-analysis. European journal of cancer, 50(7), 1223-1231.

Hemilä, H. & Chalker, E. (2013). Vitamin C for preventing and treating the common cold. Cochrane Database Syst Rev, (1):CD000980.

Hirschmann, J. V., & Raugi, G. J. (1999). Adult scurvy. Journal of the American Academy of Dermatology, 41(6), 895-910.

Hodges, R. E., Hood, J., Canham, J. E., Sauberlich, H. E., & Baker, E. M. (1971). Clinical manifestations of ascorbic acid deficiency in man. The American journal of clinical nutrition, 24(4), 432-443.

Jacob, R. A., & Sotoudeh, G. (2002). Vitamin C function and status in chronic disease. Nutrition in clinical care, 5(2), 66-74.

Lind, J. (1753). A Treatise of the Scurvy in Three Parts. Containing an inquiry into the Nature, Causes and Cure of that Disease, together with a Critical and Chronological View of what has been published on the subject. London: A. Millar.

Mangels, A.R. , G., Frey, C. M., & Levander, O. A. (1993).The bioavailability to humans of ascorbic acid from oranges, orange juice, and cooked broccoli is similar to that of synthetic ascorbic acid. Journal of Nutrition, 123, 1054-1061.

Michels, A. J., & Frei, B. (2013). Myths, artifacts, and fatal flaws – identifying limitations and opportunities in vitamin C research. Nutrients, 5(12), 5161-5192.

Naidu, K. A. (2003). Vitamin C in human health and disease is still a mystery? An overview. Nutrition Journal, 2(1), 7.

Nishikimi, M., & Yagi, K. (1991). Molecular basis for the deficiency in humans of gulonolactone oxidase, a key enzyme for ascorbic acid biosynthesis. The American journal of clinical nutrition, 54(6), 1203S-1208S.

Pelletier, O., & Keith, M. O. (1974). Bioavailability of synthetic and natural ascorbic acid. Journal of the American Dietetic Association, 64, 271-275.

Ross, R., & Benditt, E. P. (1962). Wound healing and collagen formation II. Fine structure in experimental scurvy. The Journal of cell biology, 12(3), 533-551.

Verrax, J., & Calderon, P. B. (2008). The controversial place of vitamin C in cancer treatment. Biochemical pharmacology, 76(12), 1644-1652.

Vilter, R.W. (1967). Effects of ascorbic acid deficiency in man (pp. 457-485). In: Sebrell, W.H. Jr. & Harris, R. S. (eds.) The vitamins. Vol I. New York: Academic Press.

Weber, P., Bendich, A., & Schalch, W. (1995). Vitamin C and human health–a review of recent data relevant to human requirements. International journal for vitamin and nutrition research. Internationale Zeitschrift fur Vitamin-und Ernahrungsforschung. Journal international de vitaminologie et de nutrition, 66(1), 19-30.

Deel dit via:
Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail
Geplaatst in Schoonheid en Gezondheid Getagd met ,

Review mijn reviews

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*