De ins & outs van acne. Deel 3: Hoe ontstaat acne en waarom?

Hoewel de pathofysiologie van acne nog niet volledig bekend is, is wel duidelijk dat de volgende vier mechanismen een belangrijke rol spelen (Degitz et al., 2007; Oberemok & Shalita, 2002; Smeets et al., 2007):

  • de afschilfering van een abnormaal grote hoeveelheid huidcellen in de talgklierfollikel (hyperkeratinisatie), waardoor de afvoergang van de talgklier nauwer wordt;
  • een overmatige talgproductie (seborrhoea), dat samen met de vele dode hoorncellen de talgklier verstopt;
  • een overmatige aanwezigheid van huidbacteriën zoals Propionibacterium acnes en Staphylococcus aureus, die verantwoordelijk zijn voor het omzetten van talg in vetzuren, en
  • het ontstaan van immuun- en ontstekingsreacties ten gevolge van de huidirritatie veroorzaakt door de grote hoeveelheid vetzuren.

Hoe ontstaat acneBron: huidinfo.nl

Acne vulgaris ontstaat meestal op de plaatsen waar de meeste en grootste talgklieren zijn en de talgproductie het hoogst is, waaronder het gezicht (met name de T-zone), de rug en de borst.

In de kern is acne altijd een hormonaal probleem. De belangrijkste uitlokkende oftewel veroorzakende factor van acne, is namelijk een verstoring van de hormoonbalans. Dit komt omdat de talgklieren van onze huid zeer gevoelig zijn voor fluctuaties in de hormoonbalans. Wanneer de androgeenspiegel stijgt ten opzichte van de oestrogeenspiegel, zullen de talgklieren groter worden, zal de talgproductie toenemen en loop je een groter risico op het krijgen van acne (Dekkers et al., 2006; Lolis et al., 2009).

Factoren die de androgeenspiegel kunnen laten stijgen en zo acne vulgaris kunnen uitlokken, zijn:

  • geboorte (‘baby-acne’);
  • puberteit;
  • zwangerschap;
  • hormoonfluctuaties tijdens de menstruatiecyclus, een menstruatiestoornis of gebruik van ‘de pil’;
  • bepaalde endocriene/hormonale stoornissen, zoals polycysteus ovariumsyndroom (PCO), adrenogenitaal syndroom en het syndroom van Cushing;
  • bepaald medicijngebruik, waaronder corticosteroïden, androgene en anabole steroïden, anti-epileptica, tuberculostatica, ciclosporine, sommige progestagenen, lithium en tricyclische antidepressiva (Aronson, 2006). Acne veroorzaakt door medicijngebruik heet acne medicamentosa. (Voor een uitgebreider overzicht van medicijnen die acne kunnen veroorzaken, klik hier).

Hoewel een verstoring van de hormoonbalans de belangrijkste veroorzaker van acne is, zijn er nog tal van factoren die een voorbeschikkende of een onderhoudende rol spelen, door het risico op acne te verhogen dan wel de bestaande acne in stand te houden of te verergeren (Bhate & Williams, 2013). Deze kunnen we onderverdelen in biologische factoren en leefstijlfactoren.

De invloed van biologische factoren op acne
Er zijn een aantal biologische factoren die het ontstaan, beloop of de uitingsvorm van acne beïnvloeden. Hierbij gaat het om de factoren erfelijkheid, leeftijd, geslacht en etniciteit.

Erfelijkheid
Het wel of niet krijgen van acne hangt samen met genetische factoren. Erfelijkheid speelt namelijk een belangrijke voorspellende factor bij het voorkomen van acne: een familiegeschiedenis van acne is geassocieerd met het ontstaan van acne op jongere leeftijd en ernstigere acne (het krijgen van een groter aantal acnelaesies en minder goed reageren op behandeling) (Bataille et al., 2002; Ballanger et al., 2006; Goulden et al., 1999).

Leeftijd
Acne is een aandoening die zich meestal manifesteert aan het begin van de puberteit en aan het einde van de puberteit (rond het 25e levensjaar) vanzelf ‘uitdooft’ en verdwijnt. Omdat kinderen steeds eerder in de puberteit komen, komt acne steeds vaker op jongere leeftijd voor (Van der Linden et al., 2004; Van de Lisdonk et al., 2003).

Geslacht
Acne komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Bij mannen komt vaker ernstige acne (acne conglobata) voor (Van de Lisdonk et al., 2003).

Etniciteit
De pathofysiologie van acne bij een donkere huid (Fitzpatrick huidtype 4-6) lijkt niet te verschillen van die bij een blanke huid (Taylor et al., 2002). Mensen met een donkere huid hebben voornamelijk last van inflammatoire acne (acne papulopustolosa of acne conglobata), hebben een groter risico op postinflammatoire hyperpigmentatie en keloïdvorming (goedaardige gezwellen). Mensen met een blanke huid hebben een groter risico op nodulocysteuze acne (acne met harde onderhuidse knobbels) (Davis & Callender, 2010; Poli, 2007).

De invloed van leefstijlfactoren op acne
Naast de biologische factoren, zijn er ook een aantal leefstijlfactoren die een invloed hebben op het ontstaan, beloop of de uitingsvorm van acne. Of waarvan door veel mensen gedacht wordt dat dit het geval is. Deze zijn altijd interessant om bij jezelf na te gaan, wat dit zijn immers factoren waar je zelf een bepaalde invloed op uit kunt oefenen. Hierbij gaat het om zaken als hygiëne, stress, voeding, cosmeticagebruik, roken en zonlicht.

Anders dan bij de invloed van de biologische factoren, is het verband tussen leefstijl en acne veel complexer en lastiger te onderzoeken. Hierdoor heb ik voor veel van de leefstijlfactoren die geassocieerd worden met acne een apart artikel geschreven. Het verband tussen roken en acne kon ik kort en krachtig houden, en staat onderaan dit artikel beschreven.

Roken en acne
Er is vooralsnog geen causale relatie aangetoond tussen roken en acne. Omdat de kwaliteit van de beschikbare onderzoeken zeer te wensen overlaat en de gerapporteerde resultaten tegenstrijdig zijn, kan een verband dus ook niet worden uitgesloten (Chuh et al., 2004; Schäfer et al., 2001; Firooz 2005; Mills 1993; Klaz 2006; Rombouts et al., 2007; Capitanio et al., 2009). Maar roken is natuurlijk niet aan te raden voor je gezondheid in het algemeen, en daarnaast zijn er zeker 6 manieren waarop je lelijk maakt!

Lees verder over de ins & outs van acne in het laatste deel van deze special: Het grote acne bestrijdingsplan!


Bronnenlijst

Aronson, J. (2006). Meyler’s side effects of drugs: the international encyclopedia of adverse drug reactions and interactions. 15th ed. Amsterdam: Elsevier.

Ballanger, F., Baudry, P., N’Guyen, J. M., Khammari, A., & Dreno, B. (2006). Heredity: a prognostic factor for acne. Dermatology, 212(2), 145-149.

Bataille V, Snieder H, MacGregor AJ, Sasieni P, Spector TD (2002). The influence of genetics and environmental factors in the pathogenesis of acne – a twin study of acne in women. J Invest Dermatol, 119:1317-22.

Bhate, K. & Williams, H. C. (2013). Epidemiology of acne vulgaris. British Journal of Dermatology, 168(3), 474-485.

Capitanio, B., Sinagra, J. L., Ottaviani, M., Bordignon, V., Amantea, A., & Picardo, M. (2009). Acne and smoking. Dermatoendocrinol, 1(3), 129-135.

Chuh, A. A. T., Zawar, V., Wong, W. C. W., & Lee, A. (2004). The association of smoking and acne in men in Hong Kong and in India: a retrospective case‐‐control study in primary care settings. Clinical and experimental dermatology, 29(6), 597-599.

Davis, E. C., & Callender, V. D. (2010). A review of acne in ethnic skin – pathogenesis, clinical manifestations, and management strategies. The Journal of clinical and aesthetic dermatology, 3(4), 24.

Degitz, K., Placzek, M., Borelli, C., & Plewig, G. (2007). Pathophysiology of acne. JDDG: Journal der Deutschen Dermatologischen Gesellschaft, 5(4), 316-323.

Dekkers, O. M., Thio, B. H., Romijn, J. A., & Smit, J. W. A. (2006). Acne vulgaris – endocriene aspecten. Nederlands tijdschrift voor geneeskunde, 150(23), 1281.

Firooz, A., Sarhangnejad, R., Davoudi, S. M., & Nassiri-Kashani, M. (2005). Acne and smoking: is there a relationship?. BMC dermatology, 5(1), 2.

Goulden, V., McGeown, C. H., & Cunliffe, W. J. (1999). The familial risk of adult acne: a comparison between first-degree relatives of affected and unaffected individuals. British journal of dermatology, 141, 297-300.

Klaz, I., Kochba, I., Shohat, T., Zarka, S., & Brenner, S. (2006). Severe acne vulgaris and tobacco smoking in young men. Journal of investigative dermatology, 126(8), 1749-1752.Lolis, M. S., Bowe, W. P., & Shalita, A. R. (2009). Acne and systemic disease. Medical Clinics of North America, 93(6), 1161-1181.

Mills, C. M., Peters, T. J., & Finlay, A. Y. (1993). Does smoking influence acne?. Clinical and experimental dermatology, 18(2), 100-101.

Oberemok, S. S., & Shalita, A. R. (2002). Acne Vulgaris, I Pathogenesis and diagnosis. CUTIS-NEW YORK-, 70(2), 101-105.

Plewig, G. & Kligman, A.M. (2000). Acne and rosacea (3rd edition). Berlin: Springer.

Poli, F. (2007). Acne on pigmented skin. International journal of dermatology, 46(s1), 39-41.

Nast, A., Dréno, B., Bettoli, V., Degitz, K., Erdmann, R., Finlay, A. Y., … & Gollnick, H. (2012). European Evidence-based (S3) Guidelines for the Treatment of Acne. Journal of the European Academy of Dermatology and Venereology, 26(s1), 1-29.

Rombouts, S., Nijsten, T., & Lambert, J. (2007). Cigarette smoking and acne in adolescents: results from a cross‐sectional study. Journal of the European Academy of Dermatology and Venereology, 21(3), 326-333.

Schäfer, T., Nienhaus, A., Vieluf, D., Berger, J., & Ring, J. (2001). Epidemiology of acne in the general population: the risk of smoking. British journal of dermatology, 145(1), 100-104.

Smeets, J.G.E., Grooten, S.J.J., Bruinsma, M., Jaspar, A.H.J. & Kertzman, M.G.M. (2007). NHG-Standaard Acne (Tweede herziening). Huisarts Wet, 50(6), 259-268.

Taylor, S. C., Cook-Bolden, F., Rahman, Z., & Strachan, D. (2002). Acne vulgaris in skin of color. Journal of the American Academy of Dermatology, 46(2), S98-S106.

Van de Lisdonk, E.H., Van den Bosch, W.J.H.M. & Lagro-Janssen, A.L.M. (2003). Ziekten in de huisartspraktijk. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg.

Van der Linden, M., Westert, G., De Bakker, D. & Schellevis, F. (2004). Tweede nationale studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk. Utrecht: Nivel.

Deel dit via:
Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail
Geplaatst in Huid & Haar Getagd met

Review mijn reviews

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*