Bij veel mensen uit uiteenlopende culturen bestaat het idee dat acne te maken heeft met vuil of slechte hygiëne van de huid (Pearl et al., 1998; Tan et al., 2001; Tallab, 2004; Magin et al., 2006; Rigopoulos et al., 2007). Hiervoor is echter maar weinig bewijs (Magin et al., 2005).
Wat wél vaststaat, is dat vuil en een slechte hygiëne niet de veroorzakers van acne zijn. Want hoewel de exacte oorzaak van acne vooralsnog onbekend is (er zijn namelijk veel verschillende factoren die een rol spelen), is wel duidelijk dat acne wordt uitgelokt door een verstoring in de hormoonbalans, waarbij de androgeenspiegel stijgt ten opzichte van de oestrogeenspiegel (Williams et al., 2012).
Daarnaast ontstaat acne in de follikels die gelegen zijn in de diepere lagen van de huid, en die simpelweg niet vanaf de buitenkant schoon te maken zijn. Poriën raken verstop vanwege de afschilfering van een abnormaal grote hoeveelheid huidcellen in de talgklierfollikel (hyperkeratinisatie) in combinatie met een overmatige talgproductie (seborrhoea) (Degitz et al., 2007; Oberemok & Shalita, 2002).
Het feit dat vuil geen acne veroorzaakt, betekent echter niet dat een goede hygiëne geen rol kan spelen bij de behandeling van acne! Want hoewel een goede hygiëne de oorzaak van acne niet aanpakt en acne dus niet kan genezen, kan het wél een rol spelen in het rustig houden van acne.
In 2006 schreven Choi en collega’s van de Harvard Medical School dat er ‘Ondanks de gebruikelijke aanbeveling [voor mensen met acne] om het gezicht twee maal daags te wassen, er weinig gepubliceerd bewijs is dat deze aanbeveling ondersteunt’.
Onderzoek van Magin en collega’s dat gepubliceerd werd in 2005, had namelijk aangetoond dat onderzoeken naar het effect van gezichtsreinigers (onder andere chloorhexidine, povidonjood en ethanol) op acne weinig in getal en van slechte kwaliteit waren. Vervolgens gingen ze de waarde van deze aanbeveling daadwerkelijk onderzoeken, en ontwierpen zij een single-blind, gerandomiseerde en gecontroleerde klinische studie naar het effect van de frequentie van gezicht wassen onder mannen met milde tot matige acne vulgaris.
Resultaat hiervan was dat tweemaal daags wassen met een milde (niet-medicinale) gezichtsreiniger daadwerkelijk de beste manier van reiniging was om acne rustig te houden.
Het tweemaal daags wassen met een milde (niet-medicinale) gezichtsreiniger leidde tot een kleine maar desalniettemin significante verbetering wat betreft vermindering van het aantal open comedonen (waarbij de follikelopening geopend is en dus beïnvloed kan worden door een reiniger) en niet-ontstoken acnelaesies. Aan de andere kant leidde het slechts één maal reinigen van het gezicht tot een verergering van de acne: er was sprake van een aanzienlijke toename in roodheid van de huid (postinflammatoir erytheem) en het aantal ontstoken acnelaesies.
Ook ontdekten de onderzoekers dat overmatige gezichtsreiniging inderdaad kon leiden tot huidirritatie, maar niet in de mate die voorheen gedacht werd. Het beste is echter om reiniging van het gezicht op een frequentie van twee maal per dag te houden (een keer ’s ochtends en een keer ’s avonds, met ongeveer 12 uur tussen de wasbeurten in), aangezien vaker dan twee maal daags wassen geen toegevoegde waarde blijkt te hebben en het risico op huidirritatie zo alleen maar wordt verhoogd.
En vergeet niet: bovenstaande resultaten zijn verkregen bij gebruik van een milde gezichtsreiniger. Zorg er dus voor dat je reiniger geen agressief reinigende ingrediënten zoals zeep, sulfaten, alcohol bevat, en vermijd tevens reinigers met huidirriterende stoffen zoals parfum en irriterende plantenextracten.
Droog de gezichtshuid na het wassen door de huid te deppen (niet wrijven!) met een schone en droge handdoek.
Bronnenlijst
Degitz, K., Placzek, M., Borelli, C., & Plewig, G. (2007). Pathophysiology of acne. JDDG: Journal der Deutschen Dermatologischen Gesellschaft, 5(4), 316-323.
Magin, P., Pond, D., Smith, W., & Watson, A. (2005). A systematic review of the evidence for ‘myths and misconceptions’ in acne management – diet, face-washing and sunlight. Family Practice, 22(1), 62-70.
Magin, P., Adams, J., Heading, G., Pond, D., & Smith, W. (2006). The causes of acne: a qualitative study of patient perceptions of acne causation and their implications for acne care. Dermatology Nursing, 18(4), 344-349.
Oberemok, S. S., & Shalita, A. R. (2002). Acne Vulgaris, I Pathogenesis and diagnosis. CUTIS-NEW YORK-, 70(2), 101-105.
Pearl, A., Arroll, B., Lello, J., & Birchall, N. M. (1998). The impact of acne: a study of adolescents’ attitudes, perception and knowledge. The New Zealand medical journal, 111(1070), 269-271.
Rigopoulos, D., Gregoriou, S., Ifandi, A., Efstathiou, G., Georgala, S., Chalkias, J., & Katsambas, A. (2007). Coping with acne: beliefs and perceptions in a sample of secondary school Greek pupils. Journal of the European Academy of Dermatology and Venereology, 21(6), 806-810.
Tallab, T. M. (2004). Beliefs, perceptions and psychological impact of acne vulgaris among patients in the Assir region of Saudi Arabia. West African journal of medicine, 23(1), 85-87.
Tan, J. K., Vasey, K., & Fung, K. Y. (2001). Beliefs, perceptions and expectations among acne patients. Journal of the American Academy of Dermatology, 44(3), 439-445.
Williams, H. C., Dellavalle, R. P., & Garner, S. (2012). Acne Vulgaris. The Lancet, 379(9813), 361-372.
Review mijn reviews