Ieder mens wordt geboren met zo’n 5 miljoen haarzakjes. Waar en wanneer er haar uit deze zakjes op het lichaam verschijnt, en welke vorm, lengte, dikte, textuur en kleur deze haren hebben, wordt bepaald door een combinatie van onze genen en onze hormonen (Harkey, 1993).
Of lichaamsbeharing gewenst dan wel ongewenst is, is in de meeste gevallen een kwestie van persoonlijke smaak, die sterk beïnvloed wordt door cultuur. In onze Westerse samenleving is een zachte, gladde en haarloze huid momenteel in de mode, behalve op het hoofd, waar een gezonde en weelderige haardos een teken van goede genen is (Hinsz et al., 2001).
Er kan echter ook sprake zijn van een ‘haaraandoening’: een afwijkend beharings-patroon of huidklachten ten gevolge van beharingsproblemen.
Voorbeelden van dergelijke haaraandoeningen, zijn:
- Hypertrichose (overbeharing): bovengemiddelde haargroei dan verwacht wordt op grond van leeftijd, ras, geslacht en/of lichaamsdeel (Wendelin et al., 2003).
- Hirsutisme: duidelijk zichtbare haargroei bij vrouwen op plaatsen waar normaal gesproken alleen mannen dergelijke haargroei ontwikkelen, zoals het gezicht, de borst, onderbuik, rug, bovenarmen en de binnenzijde van de bovenbenen (Azziz, 2003).
- Hidradenitis suppurativa (HS): chronische, steeds terugkerende ontsteking van haartalgklieren in lichaamsplooien (oksels, liezen onder de billen of onder de borsten). Vanwege de grote gelijkenis met acne, wordt deze aandoening ook wel acne inversa genoemd (Alikhan et al., 2009).
- Folliculitis: ontsteking van de haarzakjes. De meest bekende vorm van folliculitis is pseudofolliculitis barbae (scheerbultjes): ontsteking van de haarzakjes door ingroeiende haren veroorzaakt door het scheren van de betreffende haren (Luelmo-Aguilar & Santandreu, 2004).
In alle gevallen van ongewenste haargroei kan licht- en lasertherapie uitkomst bieden.
Lichttherapie bij ontharing: het werkingsmechanisme achter foto-epilatie
Lichttherapie dankt haar werking aan het principe van selectieve fotothermolyse. Door de huid bloot te stellen aan een lichtbundel met een specifieke golflengte, kan een selectief type weefsel (chromofoor) beschadigd worden, terwijl het omringende weefsel intact blijft (Parrish et al., 1983).
Het weefsel dat men bij lichttherapie voor ontharing (foto-epilatie) beoogt te vernietigen, is het haarzakje. Het weefsel van het haarzakje verschilt echter niet fundamenteel van de omliggende huid, waardoor het haarzakje niet direct kapot kan worden gemaakt. Dit geldt wel voor het haar dat zich in de kern van de haarwortel bevindt en opgebouwd is uit het chromofoor pigment.
Door de haarwortel in de kern van het haarzakje met een lichtbundel dermate te verhitten dat deze ‘ontploft’ – een effect dat duidelijk te herkennen is aan de geur van verbrand haar en door mijn huidtherapeute Dion gekscherend het ‘popcorneffect’ wordt genoemd, wordt het omliggende haarzakje stukgemaakt waardoor er geen nieuwe haar uit kan groeien.
Anders dan veel dieren, gaan mensen niet in de rui. Elk moment bevindt slechts een deel van ons haar (20 tot 80%) zich stevig in het haarzakje: de groeifase. Afhankelijk van de groeicyclus van de haren, wat weer afhankelijk is van het te ontharen lichaamsgebied, behoeft foto-epilatie dus meerdere behandelingen in een specifieke frequentie (Liew, 2002).
De behandelresultaten van foto-epilatie
Foto-epilatie wordt anno 2019 aangeboden door zowel dermatologen en huidtherapeuten als schoonheidsspecialisten en kapsalons. Er zijn inmiddels zelfs lichtapparaten voor thuisgebruik op de markt, zoals de Lumea van Philips. Ongeacht wat er door sommige aanbieders geïnsinueerd (of ronduit beweerd) wordt, is er momenteel geen enkele methode voor foto-epilatie beschikbaar die tot permanente ontharing of een 100% haarvrij resultaat leidt.
Wel kan de haargroei na de benodigde serie behandelingen (waarvan het optimale aantal en frequentie verschilt per persoon) met zo’n 50 à 80% gereduceerd worden, en zal het haar dat wel terugkomt een stuk dunner en dus minder goed zichtbaar zijn. Om het risico op terugkeer van de haren te verkleinen, kan na de standaardbehandeling 1 tot 2 keer per jaar een onderhoudsbehandeling worden uitgevoerd.
Zowel Intense Pulsed Light (IPL)-apparaten (590–1200 nm) als pigmentlasers (de Alexandrite-laser (755 nm), de Diodelaser (810nm), Nd:YAG-laser (1064 nm) en de Ruby-laser (694 nm)) zijn in staat haargroei te verminderen.
In Nederland wordt de LightSheer Diodelaser (zie foto) met een golflengte van 810 nanometer beschouwd als de gouden standaard op het gebied van laserontharing en het meest gebruikt door dermatologen en huidtherapeuten. Schoonheidsspecialisten en kapsalons die foto-epilatie aanbieden maken veelal gebruik maakt van Intense Pulsed Light (IPL)-therapie, die gemakkelijker in gebruik en minder pijnlijk is, maar als minder effectief en minder duurzaam wordt beschouwd dan ontharingslasers. Recente, onafhankelijke en goed uitgevoerde vergelijkende studies naar het verschil in resultaat tussen al deze apparaten zijn er echter niet (Faurschou & Haedersdal, 2011).
(Contra)indicaties: voor wie is foto-epilatie (on)geschikt?
Het hierboven genoemde werkingsmechanisme van foto-epilatie is de reden dat alleen haren met voldoende pigment behandeld kunnen worden. Lichttherapie is vooral effectief op zwart-bruin pigment (eumelanine) en veel minder op het wit tot rode pigment (pheomelanine). Derhalve kan lichttherapie niet inwerken op lichtblond, rood, wit of grijs haar (Faurschou & Haedersdal, 2011).
Daarnaast dient er een duidelijk pigmentverschil te zijn tussen huid en haar, want hoe kleiner het pigmentverschil, hoe groter het risico dat de melanine in de omliggende huid aangetast wordt en de huid ontkleurt en/of verbrand. Er is enig bewijs dat de Nd:YAG-laser de beste behandelresultaten biedt bij mensen met een donkere huid (Dorgham & Dorgham, 2019).
Voor het verwijderen van lichtgepigmenteerde haren of een te grote overlap tussen haar- en huidskleur, is elektrische epilatie een goed alternatief.
Bronnenlijst
Alikhan, A., Lynch, P. J., & Eisen, D. B. (2009). Hidradenitis suppurativa: a comprehensive review. Journal of the American Academy of Dermatology, 60(4), 539-561.
Azziz, R. (2003). The evaluation and management of hirsutism. Obstetrics & Gynecology, 101(5), 995-1007.
Dorgham, N.A. & Dorgham, D. A. (2019). Lasers for Reduction of Unwanted Hair in Skin of Color: A Systematic Review and Meta‐analysis. Journal of the European Academy of Dermatology and Venereology.
Faurschou, A., & Haedersdal, M. (2011). Photoepilation of unwanted hair growth. In Laser and IPL Technology in Dermatology and Aesthetic Medicine (pp. 125-146). Springer, Berlin, Heidelberg.
Harkey, M.R. (1993). Anatomy and physiology of hair. Forensic Sci Int, 63(1-3): 9-18.
Hinsz, V. B., Matz, D. C., & Patience, R. A. (2001). Does women’s hair signal reproductive potential?. Journal of Experimental Social Psychology, 37(2), 166-172.
Liew, S. H. (2002). Laser hair removal. American Journal of Clinical Dermatology, 3(2), 107-115.
Luelmo-Aguilar, J., & Santandreu, M. S. (2004). Folliculitis. American Journal of Clinical Dermatology, 5(5), 301-310.
Parrish, J. A., Anderson, R. R., Harrist, T., Paul, B., & Murphy, G. F. (1983). Selective thermal effects with pulsed irradiation from lasers: from organ to organelle. Journal of Investigative Dermatology, 80(s 6), 75-80.
Wendelin, D. S., Pope, D. N., & Mallory, S. B. (2003). Hypertrichosis. Journal of the American Academy of Dermatology, 48(2), 161-182.
Zuuren, E. V. & Pijl, H. (2007). Hirsutisme. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 151, 2313-2318.
Review mijn reviews