Haar en huid zijn nauw met elkaar verbonden; haar is immers een uitgroeisel van de huid.
Al vanaf de geboorte hebben mensen een vast aantal haarzakjes die onderhuids (in de lederhuid) aanwezig zijn. In ieder haarzakje (haarfollikel) zit het begin van een haar: de haarwortel. Onderin het haarzakje bevindt zich een uitstulping, de haarpapil, waarin zich een netwerk van bloedvaatjes bevindt die de haarwortel voorziet van voedingsstoffen en zuurstof zodat er een haarschacht kan groeien.
De doorbloeding van de hoofdhuid speelt een belangrijke rol bij haargroei. Als er niet voldoende doorbloeding is, kan de haarpapil niet gevuld worden met bloed en kan er geen (mooie) haarschacht gevormd worden. Mooi en gezond haar begint dus bij een gezonde hoofdhuid!
Functie van het haar
Wimpers beschermen de ogen tegen vuil en zon. Wenkbrauwen hebben dezelfde functie en hebben een belangrijke communicatieve functie bij gelaatsuitdrukkingen. De kleine, dunne haartjes in de neusgaten en oren bieden bescherming tegen stoffen van buiten. Schaam- en/of baardhaar is een teken van geslachtsrijpheid.
Hoofdhaar beschermt het hoofd enigszins tegen UV-straling en verlies van warmte. Maar hiervoor heeft de hoofdhuid slechts haar van enkele centimeters lang nodig, terwijl onze haren uiteindelijk een lengte van 60 tot 90 centimeter kunnen bereiken. Het hoofdhaar van mensen heeft voornamelijk een esthetische functie. Mooi haar is glanzend, soepel en onbeschadigd (Sinclair, 2007).
In alle culturen is het hebben van gezond, weelderig hoofdhaar een voordeel in sociale contacten, voornamelijk bij het aantrekken van seksuele partners (zie hier). Lang en mooi haar is namelijk een teken van goede genen (Hinsz et al., 2001)!
Het is dus te moeite waard om haarbeschadiging zoveel mogelijk te voorkomen of herstellen.
Gerelateerd: Haarbeschadiging: mechanisme, oorzaken en preventie
Anatomie van het haar
Het haar (zowel wortel als schacht) is van binnen naar buiten opgebouwd uit een dunne laag merg (waarvan de functie vooralsnog onbekend is), een dikke schors bestaande uit voornamelijk keratine- en pigmentcellen, en een geschubde transparante hoornlaag die dakpansgewijs op de haarschors ligt en het haar beschermt tegen invloeden van buitenaf. Haar bestaat voor zo’n 90% uit het eiwit keratine, dat het haar sterk en flexibel maakt, en bevat daarnaast nog vetten, water, mineralen en melanine (Harkey, 1993).
Elk haarzakje is verbonden met een talgkliertje, waarvan het vettige talg via het haar aan de oppervlakte van de huid komt en die het haar soepel, glanzend en veerkrachtig houdt. Daarnaast maakt talg het haar ook waterbestendig (haar is namelijk poreus), zodat water erlangs naar beneden loopt en vuil en stof gemakkelijker worden meegenomen. De snelheid waarmee er talg wordt afgescheiden, is deels grotendeels bepalend voor hoe snel je vet haar krijgt.
Haar varieert van persoon tot persoon en per lichaamsgebied qua vorm, lengte, dikte, textuur en kleur. De haarstructuur kan sluik, krullend, kroezig of wollig zijn. De mate van krulling is afhankelijk van de (on)even verdeling van versterkende zwavelbruggen tussen de keratinecellen (Robbins, 2012).
Gerelateerd: De wetenschap achter mooie wenkbrauwen
Haargroei
Nieuw ontstane haarcellen verdelen zich en worden steeds groter. Wanneer ze in de keratogene zone komen, gaan de cellen keratiniseren (verhoornen tot haarvezels) en pigmenteren (melanine vormen waardoor het haar zijn kleur krijgt).
Tijdens het keratiniseren sterven de haarcellen af (ze ontdoen zichzelf van hun celkern) en schuiven richting het oppervlak van de huid. Op een gegeven moment steken de dode hoorncellen door de huid heen en wordt zichtbaar als de haarschacht.
Elke haar groeit in drie fasen:
- Anagene fase (groeifase): fase waarbij de cellen van de haarpapil verbonden zijn met de basis van de haarwortel en zo zorgen voor haargroei;
- Katagene fase (overgangsfase): fase waarin de haarwortel wordt losgemaakt en de schacht zich naar de oppervlakte beweegt. In deze fase krimpt de haarfollikel tot ongeveer 1/6 van zijn normale lengte en trekken de papilcellen zich terug uit de haarfollikel en blijven hier enige tijd in rust.
- Telogene fase: fase waarin de haarfollikel in rust is en er geen haar in groeit. Aan het einde van deze fase verbindt de haarpapil zich weer met de haarfollikel en een nieuw gevormde haar zal de oude haar de haarschacht uitduwen en de cyclus van voren af aan laten beginnen.
In tegenstelling tot de meeste zoogdieren lopen de cycli van de haarfollikels bij de mens niet synchroon. De mens kent geen periode waarop alle haren tegelijk uitvallen zoals bij veel zoogdieren wel het geval is: mensen gaan niet ‘in de rui’. Nadat een haar is aangemaakt in het haarzakje, duurt het maanden of jaren voordat deze uitvalt. Wanneer dit gebeurd is volgt een rustperiode variërend van zes weken tot anderhalf jaar, waarna er een nieuwe haar begint te groeien. Elk moment is dus slechts een deel van onze potentiële haargroei zichtbaar. Van de 100.000 tot 150.000 hoofdharen bevindt zich 85% zich in de anagene fase, 14% in de telogene fase en 1% in de katagene fase. Hieruit blijkt dat een verlies van 50-100 haren per dag normaal is (Randall & Botchkareva, 2009).
Bronnenlijst
Harkey, M.R. (1993). Anatomy and physiology of hair. Forensic Sci Int, 63(1-3): 9-18.
Hinsz, V. B., Matz, D. C., & Patience, R. A. (2001). Does women’s hair signal reproductive potential?. Journal of Experimental Social Psychology, 37(2), 166-172.
Randall, V.A. & Botchkareva, N.V. (2009). The biology of hair growth. In: Ahluwalia GA, ed. Cosmetic applications of laser and light based systems (pp.3-35). William Andrew Inc., USA.
Robbins, C.R. (2012). Chemical and Physical Behavior of Human Hair (5e editie). New York: Springer.
Sinclair, R. D. (2007, December). Healthy hair: what is it?. In: Journal of Investigative Dermatology Symposium Proceedings (Vol. 12, No. 2, pp. 2-5). Nature Publishing Group.
www.hair-science.com
Review mijn reviews